gob stelt vragen over lager tarief onroerendezaakbelasting voor van sociaal belang behartigende instellingen
In november 2018 is er
in de tweede kamer een amendement aangenomen ingediend door dhr. Omtzigt inzake
het Belastingplan 2019. Door het amendement hebben gemeenten de vrijheid
gekregen om voor sportaccommodaties, dorpshuizen, andere sociaal
belang behartigende instellingen zoals de lokale muziekvereniging of de
scouting, en goede doelen, het veelal lagere tarief voor woningen te rekenen
voor de onroerendezaakbelasting
in plaats van het veelal hogere tarief voor niet-woningen. Vanwege het
maatschappelijke belang van deze verenigingen en stichtingen achten indieners
het wenselijk dat gemeenten niet verplicht zijn om het hoogste tarief te
rekenen aan onroerendezaakbelasting.
Dit amendement geeft dus gemeenten de ruimte om zelf de
afweging te maken welk tarief zij voor sportverenigingen, dorpshuizen, andere
sociaal belang behartigende instellingen en goede doelen passend achten.
Gemeenten zijn daarbij vrij om aanvullende voorwaarden te stellen voor
toepassing van het tarief voor woningen, zoals dat het moet gaan om sportaccommodaties
van niet-commerciële sportclubs, of dat het moet gaan om algemeen nut beogende
instellingen anders dan de gemeente zelf.
In de voormalige gemeente Born was
er een subsidieregeling voor het onderhoud van bepaalde van
sociaal belang behartigende instellingen en betaalde de instellingen geen onroerendezaakbelasting. Met deze
regeling konden van sociaal belang behartigende
instellingen het hoofd boven water houden. Als gevolg van een harmonisatie van
alle bestaande regelingen in de gemeente Sittard-Geleen zijn de van
sociaal belang behartigende instellingen vanaf 2009 onroerendezaakbelasting gaan betalen en is er een
nieuwe onderhoudsregeling van kracht.
Per 1 januari 2019 is de
onroerendezaakbelasting significant gestegen en wordt het voor bepaalde van
sociaal belang behartigende instellingen nauwelijks meer mogelijk om jaarlijks een sluitende exploitatie te
krijgen. Naast de stijging van de onroerendzaakbelasting hebben van
sociaal belang behartigende instellingen ook te maken met stijgende kostenposten op het gebied van energie,
verzekeringen en dalende omzetten. De sluiting van sociaal
belang behartigende instellingen kan voor bepaalde wijken en dorpen funest zijn voor de
leefbaarheid in het betreffende dorp/wijk.
Naar
aanleiding hiervan heeft raadslid Marcel Claessens van de gob fractie een
aantal vragen aan het college van B&W gesteld zoals; Is het college van
B&W bekend met het amendement Omtzigt en de mogelijkheden welke dit
amendement biedt en is het college bereid om de mogelijkheden welke het
amendement biedt te gaan benutten? Is het college bereid om de ontstane
situatie tegen het licht te houden in relatie tot de ontwikkelingen op het
gebied van accommodatiebeleid?
Heeft het college signalen ontvangen van besturen/beheerders/eigenaren van sociaal belang behartigende instellingen omtrent de verhoging van de onroerendezaakbelasting? Mocht er geen gebruik worden gemaakt van het amendement van Omtzigt is het college dan bereid om met de besturen/eigenaren/beheerders van sociaal belang behartigende instellingen in gesprek te gaan om te bezien in hoeverre de tot een oplossing te komen? Mocht er geen gebruik worden gemaakt van het amendement van Omtzigt is het college dan bereid om te onderzoeken of er reeds collectieven zijn waar deze van sociaal belang behartigende instellingen terecht kunnen en de verbinding te maken zodat op deze wijze ook een helpende hand geboden kan worden. Besturen hebben te maken met terugloop en komen moeilijk aan nieuwe aanwas. Wellicht zijn er collectieven die stichtingen en verenigingen voorzien van kennis en kunde. Het college dient de vragen te beantwoorden binnen de daarvoor gestelde termijn.
Bekijk hier het Artikel 43 document.