Vestiging Black Bear, volgens RUD geen MER nodig!
Aanvullende vragen vestiging rCBNL op Chemelot
Sittard-Geleen, 21 juli 2021
VERZONDEN 2 9 JULI 2021
Geachte heer Vroomen,
Door u en de raadsleden mevrouw Y. Salvino-Meyer en de heer R. Breidenbach zijn op
9 juni jl. ingevolge artikel 43 RvO aanvullende vragen gesteld over de voorgenomen
vestiging van “recovered Carbon Black Nederland BV (rCBNL)” op de Chemelot site Op
8 juli jl. is een verdagingsbrief verzonden. Hieronder leest u onze reactie.
Vraag 1
De meest recente, publieke vergunning overzichten van de RUD bevat géén
vergunningaanvraag rCBNL. Wat is de status van het vergunning traject ? Welke
achterliggende oorzaken zijn er dat er nog steeds geen vergunningaanvraag is gedaan?
Op 18 december 2020 hebben Gedeputeerde Staten van Limburg (GS) een
omgevingsvergunningaanvraag ontvangen van Chemelot Site Permit B.V. (CSP)
en rCBNL voor de vestiging van de rCBNL plant op de Chemelot site.
Op dit moment is er nog geen sprake van een ontvankelijke aanvraag. De
Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg (RUDZL) heeft namens GS per brief van
4 mei 2021 het vijfde verzoek om aanvullende gegevens verstuurd.
Vraag 2
Het ministerie VWS afdeling IL&T heeft op 15 april 2021 middels een schrijven met
kenmerk 492765 zaaknummer 2020-207671 een aanvullend advies gegeven aan
RUD/Gedeputeerde Staten. In dit advies neemt IL&T stelling jegens opvattingen RUD.
Is B&W bekend met dit schrijven?
Wat is de invloed c.q. consequenties van dit IL&T-schrijven op het vergunning proces en
eerdere besluitvorming van de RUD/GS met betrekking tot het voorgenomen project?
Moeten er enkele voorgaande vergunning processtappen overnieuw gedaan worden?
Ons college is bekend met het advies van de Inspectie Leefomgeving en Transport
(ILT). In dit tweede advies maakt ILT kenbaar het niet eens te zijn met het door de
RUDZL namens GS afgegeven oordeel van 19 november 2020, inhoudende dat het
rubbergranulaat dat rCBNL accepteert en middels pyrolyse verwerkt, de eindeafvalstatus
heeft. ILT is van mening dat het rubbergranulaat moet worden beschouwd als een afvalstof en dat daarmee de ingediende aanvraag omgevingsvergunning niet voldoet aan de indieningsvereisten van de Ministeriële
regeling omgevingsrecht (Mor).
De RUDZL overlegt momenteel hierover met de betrokken medewerkers van ILT.
Als het tweede advies van ILT blijft zoals het is, kan dit consequenties hebben
voor het verloop van het vergunningenproces. Voorafgaande aan de ingediende
aanvraag omgevingsvergunning is namelijk een procedure m.e.r.-beoordeling
doorlopen. Daarbij is ervan uitgegaan dat het door rCBNL te accepteren
rubbergranulaat wordt aangemerkt als een niet-afvalstof. Op basis daarvan is
geoordeeld dat er geen sprake is van belangrijke nadelige milieugevolgen en hoeft
er geen milieueffectrapportage (m.e.r.) te worden opgesteld.
Indien het rubbergranulaat moet worden aangemerkt als een afvalstof dan moet
een verplichte m.e.r.-procedure doorlopen worden als de in het Besluit m.e.r.
opgenomen drempelwaarde van 100 ton/dag wordt overschreden.
Om niet nog meer vertraging op te lopen in de procedure kiest de RUDZL ervoor
om het door rCBNL te accepteren en verwerken rubbergranulaat aan te merken als
een afvalstof. Omdat is aangetoond dat de technische capaciteit van het
maatgevende onderdeel van de verwerkingsinstallatie niet hoger is dan 100 ton
per dag, is er ook in dit geval geen sprake van belangrijke nadelige gevolgen voor
het milieu en hoeft geen MER te worden opgesteld.
De vergunningsaanvraag is recentelijk aangepast met de indieningsvereisten Mor
voor een afvalstoffeninrichting. Het beleid van GS is erop gericht om in het kader
van vergunningverlening de Wet Bibob toe te passen op aanvragen om een
omgevingsvergunning die betrekking hebben op een afvalstoffeninrichting. In dit
geval wordt ook voor de oprichting van rCBNL een Bibob-toets doorlopen.
Omdat er aanvullende gegevens zijn opgevraagd, is er nog geen sprake van een
ontvankelijke aanvraag en hoeven er geen stappen overnieuw gedaan te worden.
Hoogachtend
Burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen,