Eerste terugkoppeling coalitievorming.
Verslag
Eerste informerende besprekingen naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen 2022
Sittard-Geleen, 31 maart 2022
Inleiding
Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 14, 15 en 16 maart jl. is de Politieke Groepering gob met 12 zetels de grootste partij gebleven. Op grond daarvan heeft het bestuur van gob aan Yvonne Salvino, Leon Geilen en Pieter Meekels gevraagd om een eerste ronde van informatieve gesprekken te houden met alle in de gemeenteraad gekozen partijen.
Het lage opkomstpercentage (49,5%) baart ons ernstige zorgen. Uit eerdere rapporten is al gebleken dat het vertrouwen in de overheid de afgelopen jaren flink is gedaald, de lage opkomst bevestigt dit beeld. Het nog eerder, meer en beter betrekken van inwoners bij beleidsvoorbereiding en uitvoering kan dat vertrouwen herstellen. Dit onderwerp vormt daarom een belangrijk aandachtspunt in de gesprekken.
Gesprekken
De gesprekken hebben, in willekeurige volgorde, plaatsgevonden in de voormalige collegekamer in het stadhuis van Geleen. Op woensdag 23 maart werd gesproken met de PvdA, Stadspartij Sittard-Geleen-Born en D66. Zaterdag 26 maart volgden gesprekken met de PVV, SPA, GroenLinks, VVD en Forum voor Democratie (FvD). Op maandag 28 maart werd de gespreksronde afgesloten met Lokaal Sittard-Geleen-Born, PIT en CDA.
Ondersteuning heeft plaatsgevonden door Bart Prince, directiesecretaris van gemeente Sittard-Geleen. Hij heeft van de besprekingen een vertrouwelijk verslag gemaakt dat door alle partijen is of wordt geaccordeerd. Tenslotte heeft ook een gesprek plaatsgevonden met de voorzitter van de gemeenteraad. Deze heeft aangegeven op procesniveau te willen worden geïnformeerd.
De sfeer tijdens de gesprekken was goed, er is open van gedachten gewisseld over de uitslag van de verkiezingen. Ook is gesproken over de manier van samenwerken in de gemeenteraad en is benoemd welke politiek gevoelige dossiers partijen zien. Vanzelfsprekend is ook gesproken over de opvattingen van partijen met betrekking tot het toekomstige bestuur van Sittard-Geleen.
Uitslag van de verkiezingen
Onderdeel van een informatiefase is dat de uitslag van de verkiezingen door partijen wordt geduid. Daarbij dient dan ook te worden gekeken naar de consequenties voor de bestuurbaarheid van de stad.
Iedere partij kijkt op zijn eigen manier naar de verkiezingsuitslag. Zo zijn er partijen die het aantal stemmen relateren aan de lagere opkomst, om vervolgens vast te stellen dat men “gelijk is gebleven”. Sommige partijen waren positief verrast door de uitslag van hun partij, Bij een enkele partij was er sprake van teleurstelling, maar ook was er tevredenheid over het behoud van stemmen of zetels. We hebben in gezamenlijkheid vastgesteld, dat iedere partij op zijn of haar manier hard gewerkt heeft om de partij zichtbaar te maken en aan te bevelen aan de kiezer. Waarbij ook telkens weer, de lage opkomst van kiezers, aan de orde kwam. Iedereen is zich ervan bewust dat er werk aan de winkel is om het vertrouwen te herwinnen.
Als we de uitslag nader bekijken zie we dat er drie partijen zijn gegroeid in zetelaantal: gob van 9 naar 12, GroenLinks van 4 naar 5 en PvdA van 1 naar 2. Er zijn, ten opzichte van de verkiezingen in 2018, drie nieuwe partijen in de raad gekozen namelijk Lokaal SGB, PIT en FvD, allen met één zetel. Stadspartij, SPA en VVD bleven gelijk met respectievelijk 3, 1 en 1 zetel. CDA, PVV en D66 verloren allen 1 zetel.
Partijen hebben aangegeven dat de samenwerking tussen de twee grootste partijen van deze gemeente, gob en CDA, constructief is geweest en dat als zeer prettig te ervaren. Zij vinden dat de kiezer ook het vertrouwen en de waardering voor de getoonde bestuurskracht (“doorpakken”) in de afgelopen twee jaar heeft uitgesproken.
Tijdens de gesprekken hebben GroenLinks en PvdA kenbaar gemaakt te zullen gaan functioneren als één fractie GroenLinks/PvdA (7 zetels). Naar wij begrepen hebben dient deze samenvoeging nog bekrachtigd te worden door de ledenvergadering(en). Voor dit moment zullen we hen daarom nog als twee separate fracties beschouwen.
Manier van samenwerken in en met de gemeenteraad
Tijdens de tussentijdse coalitievorming in 2019/2020 is er veel aandacht geweest voor het normaliseren van de verhoudingen in de gemeenteraad. Ook is er met de toen gevormde coalitie een brug geslagen tussen de voormalige oppositie en coalitie. Nagenoeg alle partijen die afgelopen jaren deel uitmaakten van de raad bevestigen het beeld dat er sindsdien sprake is van een meer constructieve samenwerking in de raad en van betere verhoudingen. In discussies voert de inhoud de boventoon en wordt (veel minder) “op de man gespeeld”. Ook wordt erkend dat “bestuurscultuur” alle geledingen raakt, dus zowel het college alsook de gemeenteraad.
Wel bestaan er ideeën over de wijze waarop de raad eerder en anders bij beleidsvoorbereiding en besluitvorming betrokken kan worden. Bijvoorbeeld door bij gevoelige onderwerpen meerdere varianten voor te leggen en te onderbouwen waarom het college van mening is dat voor een variant moet worden gekozen. Ook zou, voor de fracties die daar behoefte aan hebben, voorafgaand aan de rondebehandeling een verdiepende bespreking van een onderwerp belegd kunnen worden. In zo’n bespreking kunnen dan (technische) details worden besproken en uitgelegd. Daarmee worden de raadsleden op het door hen gewenste informatieniveau gebracht, zodat de behandeling in ronde en raad zich meer kan toespitsen op de hoofdlijnen en belangrijkste punten. Ander voorbeeld is het meer visualiseren van onderwerpen zodat het voor inwoners snel duidelijk is waar het agendapunt over gaat.
Een ander thema is het beter faciliteren van de controlerende rol van de raad. Door eerder en meer met elkaar in gesprek te gaan over de gewenste (diepgang) van informatie kunnen fracties beter in positie komen om hun controlerende rol in te vullen. Hiermee kan voorkomen worden dat er achterdocht of wantrouwen ontstaat (gevoel van achterhouden van informatie), omdat die gevoelens kunnen leiden tot een minder-inhoudelijke sfeer in het debat. Opgemerkt wordt dat er altijd omstandigheden zijn die maken dat informatie niet of niet openbaar verstrekt kan worden. Daar moet echter dan ook een aantoonbare reden voor zijn.
Daarnaast wordt gewezen op het gegeven dat raadsleden beschikken over een netwerk in de samenleving, waar meer gebruik van kan worden gemaakt. Komende periode kunnen deze punten in onderling overleg verder worden uitgewerkt.
Inhoudelijk lijkt er een brede basis te bestaan om toe te werken naar een raadsakkoord. Coalitievormende partijen zouden dan een basisakkoord opstellen, waarna alle partijen in positie worden gebracht hier aanvullingen op voor te stellen. Deze stap wordt gezet alvorens het akkoord aan de raad wordt voorgelegd, dus als onderdeel van het formatieproces.
Belangrijke onderwerpen in de komende periode
De vastgestelde Toekomstvisie 2030 wordt gezien als een belangrijk anker voor de komende periode. De Ontwikkelpaden die daaruit zijn voortgevloeid dienen verder te worden uitgewerkt. Dat geldt ook voor de verdere ontwikkeling van de dorpen en wijken. Inwonerparticipatie blijft (ook) daarbij een belangrijk uitgangspunt. Verdere versterking van inwonersparticipatie als grondhouding voor het functioneren van de gemeente is ook nodig voor het herstel van vertrouwen in de gemeentelijke overheid.
Daarnaast spelen er meer principiële onderwerpen waar wisselende opvattingen over bestaan. Te denken valt aan het windmolenpark Holtum Noord en de herontwikkeling van de ESCS-locatie. Maar ook over het thema energietransitie (en daaraan gekoppeld de doelen in de Regionale EnergieStrategie) zijn de standpunten zeer uiteenlopend.
Toekomstig bestuur
Met partijen is gesproken over hun opvattingen over een nieuw te vormen coalitie en college. Alle partijen geven aan dat een coalitie moet kunnen steunen op een breed draagvlak. De interpretatie daarvan loopt nog wel uiteen. Sommige partijen denken daarbij aan 21 zetels, terwijl anderen “zeker 25 of 26” als referentie hebben.
Belangrijk vindt men ook dat er goed moet worden samengewerkt in het belang van de stad. Daarvoor is bestuurskracht en continuïteit in het college een belangrijk thema.
Vrijwel alle partijen zien de samenwerking tussen gob en CDA in de afgelopen twee jaar als constructief en krachtig, en daarmee goed voor de stad. Die samenwerking zou dan ook moeten worden voortgezet als basis voor een coalitie die verder moet worden aangevuld. .
Bij de tussentijdse formatie in 2020 is als uitgangspunt gehanteerd, dat partijen met 1 zetel geen wethoudersposten kunnen invullen. Die lijn wordt door een meerderheid nog altijd onderschreven. Zij kunnen wel een coalitie steunen. Uiteraard kunnen twee of meerdere éénzetelfracties ervoor kiezen als één fractie te gaan functioneren om op die manier in positie te komen deel te nemen aan de coalitie en ook een wethouder te leveren. Sommige partijen hebben gemeld daarover na te denken.
Meerdere partijen geven aan twijfels te hebben over de wijze waarop GroenLinks gehandeld heeft, zowel bestuurlijk (als lid van de coalitie cq college) alsook tijdens de campagne (na vertrek uit coalitie). Ook is door velen verbazing uitgesproken over de wijze van communiceren door enkele leden van de Stadspartij tijdens de verkiezingscampagne. Sommige partijen zien deze handelwijzen als een belemmering voor nieuwe coalitie- en collegedeelname, omdat dit het vertrouwen, de stabiliteit en de bestuurskracht niet ten goede komt.
Ook kan worden vastgesteld dat sommige partijen anderen uitsluiten van samenwerking in een coalitie. In enkele gevallen is dat ook al voor de verkiezingen kenbaar gemaakt. Zo zijn er meerdere partijen die niet willen samenwerken met FvD en enkele partijen die niet willen samenwerken met de PVV. Samenwerking met SPA of Lokaal SGB wordt door meerdere partijen als “niet voor de handliggend” gezien.
Conclusies na eerste gespreksronde
Op basis van vorenstaande kunnen de volgende conclusies worden getrokken, die richting geven aan het vervolgproces.
– gob en CDA dienen, als grootste partijen uit de bestaande coalitie, een basis te vormen voor een nieuwe coalitie
– die basis dient te worden aangevuld tot minimaal 21 zetels
– het toekomstig college moet beschikken over voldoende stabiliteit, continuïteit en bestuurskracht
– fracties met één zetel kunnen een coalitie steunen, maar geen wethouders leveren
– door de wijze van functioneren en communiceren is coalitiesamenwerking met enkele (getalsmatig) voor de hand liggende partijen geen vanzelfsprekendheid. In zo’n geval zal eerst moeten worden gewerkt aan onderlinge verhoudingen en herstel van vertrouwen
– sommige partijen sluiten anderen uit van samenwerking in een coalitie
– coalitievormende partijen (gob, CDA en nader te bepalen andere partij(en)) maken een basisakkoord waarna andere partijen, als onderdeel van het formatieproces, in de gelegenheid worden gesteld aanvullingen hierop voor te stellen
– de betrokkenheid en informatiepositie van de raad bij het voorbereiden van besluitvorming en de facilitering van de controlerende taak dienen verder te worden uitgewerkt
Procesvoorstel
Gelet op deze conclusies is het raadzaam dat er een tweede informatieve gespreksronde plaatsvindt om te onderzoeken welke partijen de coalitie, waarvan gob en CDA de basis vormen, zouden kunnen versterken. In deze ronde moet dan, waar nodig, worden gesproken over vertrouwen en samenwerking alsmede over de inhoudelijke standpunten op verschillende dossiers.
Rekening houdende met de verkiezingsuitslag komen de informateurs tot het advies dat het raadzaam is dat gob en CDA gezamenlijk een tweede informatieve gespreksronde organiseren. In deze tweede informatieve ronde zullen GroenLinks, PVV, PvdA en Stadspartij voor een tweede informatieve gesprek worden uitgenodigd. Mocht op korte termijn blijken dat éénzetelfracties kenbaar maken te gaan samenwerken als één fractie, dan komt ook die nieuwe fractie voor een vervolggesprek in aanmerking.
Sittard-Geleen, 31 maart 2022
Yvonne Salvino
Leon Geilen
Pieter Meekels